Als we de evangelien van Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes naast elkaar leggen blijkt keer op keer dat zij dusdanig van elkaar afwijken dat het zeer onwaarschijnlijk is dat het hier getuigenissen uit de eerste hand betreft. Hoe kan een door de Heilige Geest geïnspireerd boek, bij zo'n belangrijke gebeurtenis als de opstanding van Jezus, zichzelf op zoveel punten tegenspreken cq onvolledige rapportages bevatten?
1. Wie gingen er naar het graf?
(Mattheüs 28:1) En laat na de sabbat, als het begon te lichten, tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdalena, en de andere Maria, om het graf te bezien. |
(Marcus 16:1) En als de sabbat voorbijgegaan was, hadden Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus, en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden. En zeer vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot het graf, als de zon opging; |
(Lucas 24:9-10) En wedergekeerd zijnde van het graf, boodschapten zij al deze dingen aan de elven, en aan al de anderen. En deze waren Maria Magdalena, en Johanna, en Maria, de moeder van Jakobus, en de andere met haar, die dit tot de apostelen zeiden. |
(Johannes 20:1) En op den eersten dag der week ging Maria Magdalena vroeg, als het nog duister was, naar het graf; en zag den steen van het graf weggenomen. |
2. Was het graf reeds geopend toen de vrouwen daar aankwamen?
Ja |
Nee |
(Lucas 24:2) En zij vonden den steen afgewenteld van het graf. | (Math 28:2) En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde den steen af van de deur, en zat op denzelven. |
3. Wie ontmoeten de vrouwen bij het graf en waar zaten of stonden deze?
(Math 28:2) En ziet, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit den hemel, kwam toe, en wentelde den steen af van de deur, en zat op denzelven. |
(Marcus 16:5) En in het graf ingegaan zijnde, zagen zij een jongeling, zittende ter rechter zijde, bekleed met een wit lang kleed, en werden verbaasd. |
(Lukas 24:4) En het geschiedde, als zij daarover twijfelmoedig waren, zie, twee mannen stonden bij haar in blinkende klederen. |
(Joh 20:12) En zag twee engelen in witte klederen zitten, een aan het hoofd, en een aan de voeten, waar het lichaam van Jezus gelegen had. |
4. Ontmoeten de vrouwen Jezus?
Ja | Nee |
(Math 28:9) En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet! En zij, tot Hem komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem. | (Lucas 24) De vrouwen zien alleen twee mannen in blinkende gewaden. |
5. Herkende Maria Magdalena Jezus toen deze na de opstanding voor het eerst aan haar verscheen?
Ja | Nee |
(Math 28:9) En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet! En zij, tot Hem komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem. | (Joh 20:14) En als zij dit gezegd had, keerde zij zich achterwaarts, en zag Jezus staan, en zij wist niet, dat het Jezus was. |
6. Was het Maria Magdalena toegestaan Jezus aan te raken?
Ja | Nee |
(Math 28:9) En als zij heengingen, om Zijn discipelen te boodschappen, ziet, Jezus is haar ontmoet, zeggende: Weest gegroet! En zij, tot Hem komende, grepen Zijn voeten, en aanbaden Hem. | (Joh 20:17) Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader; |
7. Aan wie vertelden de vrouwen wat er gebeurd was?
Aan iedereen |
Aan niemand |
(Lucas 24:9) En wedergekeerd zijnde van het graf, boodschapten zij al deze dingen aan de elven, en aan al de anderen. | (Marcus 16:8) En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets; want zij waren bevreesd. |
8. Aan wie verscheen Jezus het eerst na zijn opstanding?
Maria Magdalena | Emmaus gangers |
(Marcus 16:9) En als Jezus opgestaan was, des morgens vroeg, op den eersten dag der week, verscheen Hij eerst aan Maria Magdalena | (Lukas 24:13) En zie, twee van hen gingen op denzelfden dag naar een vlek, dat zestig stadien van Jeruzalem was, welks naam was Emmaüs; |
9. Hoeveel discipelen gingen er naar het graf?
Eén | Twee |
(Lukas 24:12) Doch Petrus opstaande, liep tot het graf, en nederbukkende, zag hij de linnen doeken, liggende alleen, en ging weg, zich verwonderende bij zichzelven van hetgeen geschied was. |
(Joh 20:3) Petrus dan ging uit, en de andere discipel, en zij kwamen tot
het graf. En deze twee liepen tegelijk; en de andere discipel liep vooruit, sneller dan Petrus, en kwam eerst tot het graf. |
10. Waar verscheen Jezus voor het eerst aan zijn discipelen?
Gallilea | Jerusalem |
(Math 28:16) En de elf discipelen zijn heengegaan naar Galilea, naar den berg, waar Jezus hen bescheiden had. En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan; | (Lukas 24:33) En zij, opstaande ter zelfder ure, keerden weder naar Jeruzalem, en vonden de elven samenvergaderd, ......En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in het midden van hen; |
11. Wie zal volgens Jezus de Heilige Geest zenden?
God de Vader | Jezus |
(Joh 14:26) Maar de Trooster, de Heilige Geest, Welken de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb. | (Joh 16:7) 16:7 Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden. |
12. Wanneer ontvingen de discipelen de Heilige Geest?
Op de dag van de opstanding | 40 dagen na de opstanding |
(Joh 20:19-22) Als het dan avond was, op denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten waren, waar de discipelen vergaderd waren om de vreze der Joden, kwam Jezus en stond in het midden, en zeide tot hen: Vrede zij ulieden!.....En als Hij dit gezegd had, blies Hij op hen, en zeide tot hen: Ontvangt den Heiligen Geest. |
(Handelingen 1:1-5) Want Johannes doopte wel met water, maar gij zult
met den Heiligen Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen. (Handelingen 2:1-4) En als de dag van het Pinkster feest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen..........En zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest |
13. Hoelang bleef Jezus na zijn opstanding op aarde?
1 dag | 40 dagen |
(Lukas 24:13) En zie, twee van hen gingen op denzelfden dag naar een vlek, dat zestig stadien van Jeruzalem was, welks naam was Emmaüs;.....En het geschiedde, als Hij hen zegende, dat Hij van hen scheidde, en werd opgenomen in den hemel. | (Handelingen 1:3) Aan welke Hij ook, nadat Hij geleden had, Zichzelven levend vertoond heeft, met vele gewisse kentekenen, veertig dagen lang, zijnde van hen gezien, en sprekende van de dingen, die het Koninkrijk Gods aangaan. |
14. Wie kunnen volgens Paulus getuigen van de opstanding?
(1 Korinthiërs 15:3-8)
Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetgeen ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften;
4 En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften. 5 En dat Hij is van Cefas gezien, daarna van de twaalven. 6 Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broeders op eenmaal, van welken het meren deel nog over is, en sommigen ook zijn ontslapen. 7 Daarna is Hij gezien van Jakobus, daarna van al de apostelen. 8 En ten laatste van allen is Hij ook van mij, als van een ontijdig geborene, gezien. |
Enkele opvallende zaken in deze getuigenis:
- Paulus heeft het over "naar de Schriften" maar hij vermeldt niet welke geschriften dat dan zouden zijn. Daar kan een goede reden voor zijn want nergens in het OT is er sprake van een zoon van God die geofferd gaat worden en dan op de derde dag weer zal opstaan.
- Paulus rept met geen woord over de vrouwen die nota bene als eersten bij het graf waren en de herrijzenis van Jezus persoonlijk hebben geconstateerd.
- Als Paulus erbij had verteld WAAR en WANNEER precies die 500 mensen tegelijkertijd de opgestane Jezus hadden gezien dan was zijn verhaal een stuk geloofwaardiger geworden.
- En heeft niemand van die 500 de tegenwoordigheid van geest gehad dit opmerkelijke feit voor het nageslacht veilig te stellen door het op papier te zetten. Nu moeten we het enkel doen met het woord van Paulus terwijl er 500 getuigen waren.
- Als Paulus het woord "gezien" gebruikt kunnen we dit beter met een korreltje zout nemen aangezien hijzelf enkel een licht zag en een stem hoorde.